zondag 10 mei 2009

Aan de deur......

Als er bij je aangebeld wordt, en je verwacht niemand, doe jij dan open? Grote kans dat het iemand is die je iets wil aansmeren, opdringen of opleggen. Was het vroeger alleen een encyclopedieverkoper, stofzuigerverkoper of Jehova getuige, nu komen ook de diverse telefoon- en elektriciteitmaatschappijen aan de deur.
Een paar weken geleden kwam een figuur van Greenchoice aan de deur. “Meneer, u neemt uw stroom af bij Nuon”, zei de man, beter gezegd een jochie die net van zijn jeugdpuistjes af is. Ik kon het natuurlijk niet ontkennen. “Dan heb ik een aanbieding in groene stroom.” Ik had eigenlijk helemaal geen zin om dit figuur mij ook maar een cent aan mij te laten verdienen, en wilde zo spoedig mogelijk van hem af. Nu kon ik natuurlijk de deur gewoon dichtgooien, maar die moed had ik niet. Ik bedacht iets anders, en begrijp nog steeds niet hoe ik hieraan kom.” Heeft u ook kernenergie in de aanbieding?”, vroeg ik. Verbaasd keek de man mij aan.” Kernenergie? Weet u wel hoe vervuilend dat is?” “Wil jij dan een windmolen in je achtertuin?” De man eindigde het gesprek een stoof weg, natuurlijk niet zonder te roepen dat je ook het probleem van kernafval hebt. Ach, dat wist ik natuurlijk ook.
Het stomste dat ik ooit gedaan heb, is twee Jehova's binnenlaten. Jaja, ik hou die gasten ook liever buiten, maar dit waren twee oude kennissen die ik al jaren niet meer gezien had, en ineens voor mijn deur stonden. Voor diegenen die mijn huis kennen, destijds was er beneden geen toegangsdeur, en kon je gewoon doorlopen. Voor vrienden staat mijn deur, naar Amstelveens gebruik, altijd open. Pas toen ze binnen waren, en het, met thee op tafel, over koetjes en kalfjes ging werd de ware aard van het gesprek duidelijk. Was ik blij dat ik nog een afspraak had en de gasten de deur uit kon werken. Later probeerden collega's nog een keertje binnen te komen, op zondagmorgen notabene! Mijn deurtelefoon ging.” Mogen wij bij u binnen komen, dan kunnen wij u de blijde boodschap vertellen.” Liever niet natuurlijk, en dat maak ik ook duidelijk.” Wilt u toch de toegangsdeur opendoen, dan zullen er mensen uit uw flat u dankbaar zijn dat u het hen niet onthoudt.” Dit is een inkopper die ik mij niet kon laten ontnemen.” Ik weet zeker dat ik de mensen nog blijer maak door de deur dicht te laten.” Toen ze nog een poging ondernamen om met mij in discussie te gaan, hing ik op. Later bleken ze de hele flat afgebeld te hebben en had niemand open gedaan. Nog niet zo gek lang geleden probeerden twee van die mensen de flat binnen te dringen, toen ik de flat verliet op naar de museumtram te gaan.”Hohoho”, riep ik. “Waar denken jullie heen te gaan?””Wij moeten aan het werk hier”, was het antwoord.”Willen jullie dan netjes buiten wachten, totdat er wordt open gedaan?” De gasten wilden doorlopen, maar met een beetje dreigen met de lange arm, deed ze letterlijk omkeren, en de flat verlaten. Die deur zit er uiteindelijk niet voor niets.

Geen opmerkingen: