Op één overlijden na, is de autovrije zondag in Amsterdam redelijk verlopen. Het overlijdensgeval was te betreuren bij een hardloper, die vlak voor de finish van de Dam tot Damloop een hartstilstand kreeg.
In ieder geval wisten de Amsterdammers massaal de alternatieve vervoermiddelen te gebruiken. In plaats van de auto, die aan behoorlijk wat milieuregels moet voldoen, reed men massaal op ouderwetse tweetaktbrommertjes. En dan te bedenken dat één zo een brommertje ongeveer vijf maal zoveel troep de lucht ingooit dan een gemiddelde auto.
's Avonds, na afloop op weg naar huis, reed ik door de stad. Bij de onderdoorgang van het Rhijnspoorplein en in de IJ-tunnel was het één grote afvalberg van plastic flessen en bierblikjes. Ook andere delen van de stad hadden meer weg van een vuilnisbelt dan van een plek waar mensen die hart hebben voor het milieu bij elkaar waren geweest. Natuurlijk, de stad gaf het goede voorbeeld door de dienstauto's te laten staan. Zo had het vuil vrij spel.
Het is mij duidelijk dat Amsterdam deze dag niet gebruikt om de mensen aan het milieu te laten denken. Het wordt meer gebruikt om de milieulobby een beetje stil te houden en de mensen van buiten Amsterdam eens te laten beseffen dat er nog leukere plekken zijn om heen te gaan.
Misschien een idee voor volgend jaar. Denk eens aan het milieu. Verplicht de organisatoren van zo'n dag dat de stad wordt achter gelaten zoals de avond ervoor. Als de stad het moet doen, wordt dit gedaan met veegwagens, terwijl de millieuridders willen laten zien dat de auto helemaal niet nodig is.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten