zondag 16 augustus 2009

EHBO

Bijna 15 jaar geleden kwam de toenmalige voorzitter van het trammuseum naar mij toe. Of ik een EHBO-cursus wilde gaan volgen. Ach, waarom niet? Een pleister opplakken kan bijna iedereen, hoewel dat ook vaak fout gaat, maar een grotere verwonding, dat is wat anders. In 1995 deed ik examen, en hoe dit mijn leven zou veranderen, kon ik toen niet vermoeden.
Vlak na mijn examen meldde de instructrice dat we ook naar de vereniging in Amsterdam-noord mochten komen. Zo gezegd, zo gedaan. Hoe ik het voor elkaar krijg moet je mij niet vragen, maar als ik in een vereniging terecht kom, kom ik vroeg of laat in het bestuur terecht. Bij de EHBO-vereniging is dat niet anders.
Dat je in een vereniging nieuwe mensen leert kennen, is niet vreemd. Maar dat je er je vriendin leert kennen..... Inmiddels zijn we alweer elf jaar bij elkaar.
Als je je diploma net hebt, lijkt het alsof je ongeluk aantrekt. En zelfs dan kun je leuke dingen beleven.
Bij het Concertgebouw ging een dame onderuit. Ik zette mijn auto aan de kant. Omdat het een wat oudere dame betrof, liet ik voor de zekerheid een ambulance aanrukken. Inmiddels arriveerde ook de politie. "Kan ik wat doen?", vroeg de agent. "Nou, als jij ervoor zorgt dat je collega's mij geen prent geven, ben ik je al dankbaar." Toen de ambulance arriveerde, bleek één van de broeders een instructeur te zijn die op onze vereniging les geeft. Hij herkende mij ook, en gaf zijn collega te kennen dat ik hem zou helpen. "Kun je met een schepbrancard omgaan?", vroeg hij. Ik had zoiets wel eens gezien, maar ermee omgaan is iets anders. "Voor alles is een eerste keer." En zo stond ik voor het voor het eerst in mijn leven, met een echt slachtoffer, een brancard te tillen.
Een paar maanden later kwam ik dezelfde broeder nog een keer tegen. Nu moet je weten dat zich voor mijn flat een kroeg bevindt. Een rolstoelrijder had flink aan Bachus geöfferd, en was uit zijn stoel getuimeld. Ik kreeg het pas door toen ik de sirene van de ambulance hoorde, en ging kijken. Ook nu werd ik herkend. Het slachtoffer was inmiddels in gevecht met de broeders. "Kom effe helpen", klonk het. Ik antwoordde dat ik benieuwd was hoe professionals dit zouden oplossen. Met z'n drieën lagen ze bovenop de man. In plaats van een aftocht met de ambulance werd de man afgevoerd door de, inmiddels gearriveerde, politie. Het probleem was alleen om de elektrische rolstoel af te voeren. De politie had een idee. Één van de agenten nam plaats in het apparaat, en reed het op eigen kracht naar het huis van de dronkelap, tot grote hilariteit van de omstanders. De rolstoeler was trouwens niet gewond.
Een ander voorval was in een zwembad met een wespenplaag. Toen een jochie naast mij door zo'n beest werd gestoken, bedacht ik mij geen moment, en begon op zijn steekwond te zuigen. Het is belangrijk om zoveel mogelijk zuur te verwijderen voordat de huid zich sluit. Zo werden nog een paar mensen gestoken, zodat er weinig van zwemmen kwam. Totdat een meisje tussen haar benen werd gestoken. Die benodigde handelingen heb ik door de moeder laten uitvoeren.
In Amsterdam-zuidoost moest ik naar een klant toen een jongen schreeuwend over straat liep met de handen voor zijn gezicht. Hij bleek met pepperspray bespoten te zijn. Een vrouw had vanwege het tumult haar deur open gedaan. Ik bedacht mij geen moment, nam de jongen onder de arm en stoof bij de vrouw naar binnen om de ogen van de jongen uit te spoelen. De vrouw riep dat ze het huis moesten verlaten omdat ze anders de politie zou bellen. Ik heb haar hartelijk bedankt voor haar vriendelijkheid en gevraagd of ze meteen wilde melden dat ik met een slachtoffer van pepperspray bezig was.
Soms snap je niet waar je het lef vandaan haalt om dit soort opmerkingen te maken.
Groetjes,
Robert.

Geen opmerkingen: