woensdag 8 december 2010

Sneeuw en ijzel.

Toen ik maandagochtend wakker werd, hoorde is, met korte tussenpozen, het geluid van vallend metaal, net of een vrachtwagen steigermateriaal een het lossen was. Toen ik mijn gordijnen open deed, bleek de waarheid minder rooskleurig. Het waren fietsers die, van een gestrooide van der Hooplaan, de spiegelgladde Lindenlaan op reden. Vanwege het weer had ik mijn eigen wagen langs de weg geparkeerd in plaats van op het parkeerterrein. Een slimme keuze bleek, mijn buurman had problemen om van het terrein af te komen. Ik hoefde alleen de ramen te krabben, en kon wegrijden. Hoewel wegrijden. Wegglijden was een betere omschrijving. Ik moest mij een weg banen over een ijsbaan, wat voorheen de weg was, tussen allerlei jonglerende medeweggebruikers. Gelukkig ontwaarde ik mijn vader, die met mijn carpoolt, en prikte ik de auto in een parkeergaatje. Nadat hij was ingestapt gleden we samen naar het werk.

Geen opmerkingen: