donderdag 25 december 2008

Trammetje op Blogspot

Ik kreeg wat commentaar op de foto van het trammetje, die op mijn blogsite staat. Dat is Groninger wagen 41. Dit wagentje heeft mij letterlijk in mijn leven een paar keer gekruist. Tijdens de restauratie, dit tussen 1989 en 1991 plaatsvond, kwam de vraag opzetten wie deze wagen ging besturen tijdens de openingsrit. Alle trambestuurders, die in de restauratieploeg zaten, waren Amsterdamse bestuurders, en daar deze wagen Haags schakelt( nog wel), en ik nog geen rijbewijs had, werd ik op les gestuurd om mijn rijbewijs voor deze wagen te gaan halen. Het verschil tussen Amsterdams en Haags schakelen is de schakelrichting. Dit is het beste te vergelijken met het omwisselen van gas- en rem-pedaal. Vandaar dat deze bestuurders strikt gescheiden gehouden worden.De openingsrit werd gereden door mij als bestuurder en de dominee van Usquert als conducteur. Deze man is gewoon medewerker bij de museumtramlijn. Sinds die tijd had ik mij voorgenomen om ooit eens naar Groningen te gaan.
Een paar jaar later kreeg ik contact met een dame uit Groningen. Door een begripsverwarring was onze eerste afspraak een beetje fout gegaan. De week daarop deden we het over. Ze kwam mij afhalen van de museumlijn, en ik kwam aanrijden in........
Deze dame is een paar maandjes later mijn vaste vriendin geworden, en is dat, na meerdan tien jaar, nog steeds. In ieder geval ben ik een paar maal in Groningen geweest. De wagen is meerdere malen in Groningen geweest, de laatste keer in 2006. Mij werd gevraagd om het een beetje te begeleiden. Mijn gesprekspartner had wat moeite met Nederlands te praten, en vond het dan ook fijn om te horen dat hij gewoon in het Gronings tegen mij aan kon praten. Hoewel ik het probeer te voorkomen, schakel ik dan ook om, zodat het meerendeel van de gesprekken in half Gronings- half Nederlands verliepen.
De wagen ging in 2006 op stap omdat in dat jaar het gemeentelijk vervoerbedrijf honderd jaar zou hebben bestaan. Een openbare aanbesteding heeft een eind gemaakt aan dat bedrijf, hoewel het op papier nog steeds bestaat.
Het terugbrengen van de wagen gebeurde midden in een medewerkersvergadering. Omdat die avond snikheet was, deden we deze vergadering in de open lucht bij de remise. Ineens kwam een vrachtwagen het terrein oprijden, met daarop de 41. Ik loop naar de wagen toe. "Je zou toch pas morgen komen?" "Ja", antwoordde de chauffeur,"maar ik wilde voor de files uit rijden. Ik overnacht lekker in mijn wagen." Toegegeven hij was ruim op tijd.
Vanuit Groningen kwam nog een verzoek. De wagen had dan wel op Grote Markt gestaan, maar had geen meter gereden. Of het ook mogelijk was een ritje te maken met die wagen. Natuurlijk. Of ik dat kon regelen. Ik was op dat moment voorzitter van de vereniging, dus, om belangenverstrengeling te voorkomen, gaf ik deze vraag door aan de afdeling extra vervoer, immers ik was een soort doorgeefluik tussen de Groningers en ons museum.
De rit werd geregeld. Twee bussen vol kwamen naar de lijn. Voor hun stonden klaar GTG 41, NBM 43 en GVB 792. Het grappige is dat de opvolgers van deze bedrijven, Arriva, Connexxion en GVB het openbaar vervoer in en rond Amsterdam verzorgen.
De horde mensen kwam uit de bus, en verzamelden zich bij het station. Je merkt ook hier weer dat er diverse mensen tussen zaten, die vrijwel nooit Nederlands spraken. Natuurlijk kwamen er vragen over de tram en het museum, en mijn collega's en ik waren die vrolijk aan het beantwoorden tot een luid,"Moi, Robert, hou ist mien jong?" klonk. "Goud mien jong", antwoordde ik. "Gooie rit had?" "Miroakels", en een heel relaas kwam over een rit over de Veluwe en een etentje werden verteld. Inmiddels was de nieuwsgierigheid gewekt van het publiek om mij heen. "Woar komst vot?", was de vraag. Ik vertelde dat in geboren en getogen ben in Amstelveen, en daar ook nog steeds woon. Ze bleven maar doorvragen, wat iemand in het westen die Gronings kan spreken? Ik moest toen wel bekennen dat "mien poedie" uit het Noorden kwam, en ik het onder andere van haar geleerd had.
De mensen hebben zich verder vermaakt, hoewel men nog steeds niet kon geloven dat ik nooit in het Noorden gewoond had.
Moi hè,
Robert.

Geen opmerkingen: